Op 12 september 2025 presenteerden Onderwijsdirecteur Guus Klapper, practor en projectdocent Dennis Koeman en projectleider Mariëlle Stolp tijdens het Maandelijks Management Overleg (MMO) van ROC Mondriaan een terugblik op vijf jaar publiek-private samenwerking binnen het Digital Operations Centre (DOC). Niet als afsluiting, maar als startpunt voor duurzame samenwerking met het regionale bedrijfsleven.
Het DOC ontstond uit de opschaling van het HighTechCentre Delft, met als centrale vraag: Hoe ziet de toekomst van de maakindustrie eruit? En wat betekenen de razendsnelle ontwikkelingen in deze sector voor het mbo en de studenten van de opleidingen Technicus Engineering en Technicus Mechatronica van de School voor Smart Technology?
De urgentie was duidelijk. Digitalisering, automatisering en het groeiende personeelstekort in de technieksector vroegen om een nieuwe aanpak in het mbo-onderwijs, waarin nauwe samenwerking met het bedrijfsleven essentieel is om nu en in de toekomst bij te kunnen blijven. Dankzij het Regionaal Investeringsfonds (RIF) en betrokken gemeentes werd een breed partnerschap opgezet met vier onderwijsinstellingen, drie gemeentes, zeven brancheorganisaties en meer dan twintig bedrijven.
De afgelopen jaren leerden we dat samenwerking met het bedrijfsleven vraagt om méér dan goede intenties. Flexibiliteit, creativiteit, goed luisteren en écht verbinden bleken essentieel. Toen het oorspronkelijke projectplan door omstandigheden niet uitvoerbaar bleek, werd gekozen voor kleinschalige, thematische activiteiten die aansloten bij de behoeften van onderwijsteams én bedrijven. Zo ontstond een lappendeken van waardevolle initiatieven waarin we uiteindelijk een duidelijke rode draad konden ontdekken.
“Als het niet gaat zoals het moet… dan moet het maar zoals het gaat.”
— Mariëlle Stolp
Binnen het Digital Operations Centre is in de afgelopen jaren een rijk palet aan activiteiten ontstaan die het techniekonderwijs in de regio hebben verrijkt en verdiept. In nauwe samenwerking met tientallen bedrijven zijn nieuwe keuzedelen ontwikkeld en zijn er gastlessen georganiseerd die studenten direct in contact brachten met actuele technologische ontwikkelingen. Die samenwerking ging verder dan het delen van inhoudelijke kennis: bedrijven stelden hun expertise beschikbaar, openden hun deuren voor bedrijfsbezoeken en boden workshops aan waarin studenten konden leren in een realistische context.
Ook het projectonderwijs kreeg een stevige impuls. Studenten werkten aan actuele vraagstukken uit de industrie, waarbij ze niet alleen hun technische vaardigheden ontwikkelden, maar ook leerden communiceren met externe opdrachtgevers en samenwerken in een professionele context. Die opdrachten kwamen rechtstreeks uit het regionale bedrijfsleven, waarmee intensief werd samengewerkt. Bedrijven leverden niet alleen casussen aan, maar boden ook inhoudelijke begeleiding, gastlessen en just-in-time trainingen die aansloten bij de projecten.
“Student + probleem ≠ leren.”
— Dennis Koeman, Practor Smart Technology
Projectonderwijs vraagt om méér dan het simpelweg aanbieden van een casus. Het draait om het zorgvuldig begeleiden van studenten, het opbouwen van relevante kennis en het creëren van een leeromgeving waarin ze stapsgewijs kunnen groeien in hun probleemoplossend vermogen. Juist die combinatie van inhoud, context en ondersteuning maakt het verschil en zorgt ervoor dat studenten niet alleen leren, maar ook echt begrijpen wat ze doen.
Voorbeelden van producten waarvoor onze studenten testopstellingen hebben ontwikkeld of onderdelen van de assemblage hebben geautomatiseerd.
Tegelijkertijd werd er actief ingezet op het vergroten van instroom en doorstroom. Initiatieven zoals Girls’ Day brachten techniek op een inspirerende en toegankelijke manier onder de aandacht bij een bredere doelgroep, waardoor meer jongeren de weg naar een toekomst in de techniek weten te vinden.
De projectfase van het Digital Operations Centre kende zijn uitdagingen. De coronapandemie, personeelsverloop, een hack bij Mondriaan en de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt zorgden voor vertraging, afleiding en soms zelfs het wegvallen van betrokken partners. Toch bleef de thematiek onverminderd relevant en werd de noodzaak tot samenwerking alleen maar urgenter.
Juist in die omstandigheden zijn waardevolle lessen geleerd. Zo bleek het vaak effectiever om te denken in alternatieven: een inspirerende workshop kan meer impact hebben dan een reeks werkgroepbijeenkomsten. Kleinschalige, gerichte activiteiten die aansluiten bij de actualiteit in het onderwijs bleken krachtiger dan grootschalige evenementen. Door actief nieuwe bedrijven te betrekken, kon de inzet beter worden verdeeld en bleef de energie in het netwerk behouden. En misschien wel het belangrijkste: het zoeken naar verbinding met onderwijsteams, bedrijven én andere onderwijsinstellingen vraagt om aanwezigheid, sensitiviteit en oprechte interesse. Alleen dan ontstaat er ruimte voor echte samenwerking.
Met het einde van de projectfase komt een nieuw hoofdstuk. De opgebouwde relaties, inzichten en initiatieven vormen een stevige basis voor verdere samenwerking. Het DOC is niet langer een project, maar een platform voor innovatie, verbinding en toekomstgericht techniekonderwijs. De binnen het RIF-project geleerde lessen zullen vanuit de Project Organisatie i.o. worden doorgetrokken naar de andere techniekopleidingen van de TechCampus.